Mijn moeder, Gerrie de Goede, werd door mijn vader ‘De dame uit de achterbuurt’ genoemd. Ze groeide op in het Aagtendorp in Beverwijk. “Toen wij er woonden was het een arbeidersbuurt”, zei ze zelf. Haar vader stierf in 1930 aan de tering, en later ook grote broer Jan. Oma bleef achter met een gebroken hart, een roedel hongerige kinderen en een lege portemonnee. Gerrie, zes jaar, moest het huis uit. Ze werd aan een kinderloze oom en tante in Haarlem cadeau gedaan.
“Die waren stinkend rijk”, vertelde ze later, “ik kreeg een fiets van ze”.
Heleen SchooneSCHOONE WOORDEN
Ik schrijf voor volwassenen en kinderen en ik geef cursussen creatief schrijven en Nederlands als tweede taal (NT2), in het algemeen in Rotterdam en omstreken.